Grote verschillen tussen ziekenhuizen in behandeling na beroerte 

De kans om snel de juiste behandeling te krijgen na een beroerte varieert sterk tussen ziekenhuizen. Dat is ook zo voor het risico op complicaties. In sommige ziekenhuizen is het risico om te overlijden bijna vijf keer hoger dan in andere. Dat schrijft De Morgen op basis van een analyse door het Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg (VIKZ).

Elk jaar krijgen naar schatting 13.000 mensen in Vlaanderen een beroerte. Om blijvende gevolgen zoals verlamming en spraakproblemen te vermijden, is een snelle en juiste behandeling cruciaal.

Om een bloedklonter op te lossen, kan via een infuus medicatie worden toegediend, een zogenoemde trombolyse. Volgens de medische richtlijnen is dit bij zo'n 15 à 20 procent van de patiënten met een beroerte door een bloedklonter de meest aangewezen behandeling. 

Slechts iets meer dan de helft van de ziekenhuizen haalt die norm. Het percentage patiënten dat een trombolyse krijgt ligt gemiddeld te laag (11 procent) en varieert van 1,3 procent (AZ Lokeren, inmiddels opgegaan in VITAZ) tot 21 procent (UZ Gent). In vergelijking met de resultaten in andere Europese landen bevindt het Vlaamse gemiddelde zich eerder in de middenmoot.

Het VIKZ ging ook na wat het risico is op complicaties tijdens het ziekenhuisverblijf. Gemiddeld 4 procent van de patiënten loopt een longontsteking op als gevolg van slikproblemen die typisch zijn bij een acute beroerte. Dat aandeel loopt in sommige ziekenhuizen op tot het dubbele. Het risico op een urineweginfectie bedraagt gemiddeld 5 procent, en maximaal 13 procent. 

"Bij deze indicatoren vermoeden we een belangrijke onderregistratie", valt te lezen in het persbericht. Internationale studies tonen aan dat de prevalentie van deze infecties na een beroerte hoger ligt: ongeveer 10 procent voor slikpneumonie, oftewel een longontsteking door slikproblemen, en 15 procent voor urineweginfectie.

"Uitdagende tocht"

"De resultaten wijzen op een nog belangrijk verbeterpotentieel ten opzichte van de na te streven normen die werden vooropgesteld", aldus VIKZ-directeur Svin Deneckere. Ook Geert Vanhooren, voorzitter ontwikkelingsgroep beroertezorg en neuroloog AZ Sint-Jan Brugge, spreekt over "het begin van een uitdagende tocht om de kwaliteit van de beroertezorg in Vlaanderen verder te verbeteren over alle ziekenhuizen heen".

Van de 53 Vlaamse ziekenhuizen namen er 30 deel aan de eerste meting van het VIKZ om de beroertezorg in kaart te brengen. De resultaten zijn raadpleegbaar op de vernieuwde site Zorgkwaliteit.be. Ondertussen nemen al 45 ziekenhuizen deel aan nieuwe metingen die in de komende jaren zullen verschijnen.

Ook Vlaams minister van Volksgezondheid Hilde Crevits (CD&V) wijst op het belang van dataverzameling en transparantie over de gegevens. "Ik roep alle Vlaamse ziekenhuizen op om deze transparantie te bieden, zodat we samen met de sector aan de slag kunnen om in het belang van de patiënt de best mogelijke beroertezorg te realiseren." De ziekenhuizen die in de toekomst een erkenning voor een zorgprogramma beroertezorg willen behalen, moeten dan ook actief meten en transparantie bieden, klinkt het.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.