Bewaking hartritme op afstand sterk toegenomen (Behra)

Hartritmestoornissen staan in het middelpunt van de gezondheidscrisis en de digitale vooruitgang. Vorig jaar konden via een 2.0-campagne bij 2.266 geteste personen 2,5% potentiële voorkamerfibrillatie en 13,5% andere soorten hartritmestoornissen worden opgespoord. Behra stond ook stil bij de 13de week van het Hartritme. Prof. Koen Kas wierp een boeiende blik op de toekomst.

In eerste instantie leidden de indirecte gevolgen van de pandemie voor hart- en vaatziekten  tot een aanzienlijke en wereldwijde vermindering van het aantal cardiovasculaire onderzoeken.

Tijdens de gezondheidscrisis waren er belangrijke technologische ontwikkelingen op het gebied van hartritmestoornissen. Daartoe behoren ablatie door electroporatie om patiënten met voorkamerfibrillatie te behandelen, en een kunstmatig algoritme op basis van artificiële intelligentie dat elektrocardiogram (ECG)-tracings analyseert om het risico op voorkamerfibrillatie binnen 5 jaar te bepalen. Ook zijn er verschillende methoden voor de bewaking van het hartritme op afstand ontwikkeld, waarvan het gebruik sterk is toegenomen.

Pionier

In dit verband was de BeHRA in 2021 een pionier, want via een 2.0-campagne kon bij 2.266 geteste personen 2,5% potentiële voorkamerfibrillatie en 13,5% andere soorten hartritmestoornissen worden opgespoord.

De actie FibriCheck zal dit jaar worden herhaald, vanaf de Week van het Hartritme (13 tot 19 juni 2022) tot 30 september 2022, samen met een bewustmakingscampagne die in drie Belgische winkelcentra zal plaatsvinden.

Het aantal patiënten met voorkamerfibrillatie in België wordt geschat op 150.000, een cijfer dat tegen 2050 zal verdubbelen. Bovendien is het aantal ziekenhuisopnames als gevolg van deze hartritmestoornis wereldwijd met 60% gestegen. Dat is des te meer van belang nadat twee jaar van gezondheidscrisis de wereld zoals wij die kennen op zijn kop hebben gezet. Naast de sterfte die rechtstreeks verband houdt met het virus, heeft de pandemie met name voor wat betreft hart- en vaatziekten ook veel indirecte gevolgen gehad. Niet alleen is het risico op een slechte prognose na een hartprobleem toegenomen (1) maar als gevolg van de getroffen gezondheidsmaatregelen is ook het aantal cardiovasculaire onderzoeken wereldwijd aanzienlijk gedaald, met name bij de sociaal zwakkeren.

Herstel

“Na twee jaar van forse daling van het aantal raadplegingen en hartonderzoeken, wordt de activiteit geleidelijk weer zoals voorheen”, aldus Dr. Ivan Blankoff, cardioloog in het UZ Charleroi en voorzitter van de BeHRA. “We zitten bijna weer in een normale situatie. Het is dus van cruciaal belang dat we vol blijven houden en onze bewustmakingscampagne onder de bevolking herhalen.”

Het innovatieve initiatief van vorig jaar om de hartslag op afstand te meten, ontstond doordat het onmogelijk was om op dezelfde manier als voor de pandemie ziekenhuizen te bezoeken.

Tussen juni en september 2021 hebben 12.602 mensen een vragenlijst ingevuld die te vinden was op de BeHRA-website. Daarvan hadden 6.020 mensen een verhoogd risico op hartritmestoornissen en 2.266 mensen activeerden daadwerkelijk de FibriCheck-app om hun hartslag een week lang te monitoren. Deze opzienbarende actie spoorde 57 gevallen van potentieel voorkamerfibrilleren (2,5%) en 305 andere gevallen van hartritmestoornissen (13,5%) op - in een populatie van 65 jaar of ouder met een risico op voorkamerfibrilleren en beroerten.

“Met deze nieuwe vorm van actie konden we veel mensen bereiken, op een manier die met geen enkele eerdere actie was gelukt”, aldus Dr. Ivan Blankoff, cardioloog in het UZ Charleroi en voorzitter van de BeHRA. “Dit jaar kunnen we eindelijk weer in contact komen met de Belgische bevolking. Gezien het succes van 2021 en de vrees of de moeilijkheden voor sommige mensen om naar het ziekenhuis te gaan, lag het voor de hand dat we onze actie voor hartslaganalyse op afstand dit jaar zouden herhalen.”

Sensibiliseeracties

Vanaf de start van de Hartritmeweek (van 13 tot 19 juni) tot 30 september 2022 kunnen mensen van wie is vastgesteld dat ze een risico lopen, zich registreren op de FibriCheck-app. Vervolgens krijgen deze mensen de gelegenheid om een week lang regelmatig hun hartslag te controleren. Bovendien zullen de cardiologen van de BeHRA doorgaan met hun bewustmakingscampagne, na twee jaar pandemie. Ze zullen een bezoek brengen aan het Woluwe Shopping Center (16 juni) in Brussel, Rive Gauche (17 juni) in Charleroi en Wijnegem - Shop Eat Enjoy (14 juni) bij Antwerpen, om de bevolking te ontmoeten en om zoveel mogelijk mensen die risico lopen te testen. Op die manier worden nieuwe technologieën en menselijk contact gecombineerd, om zo nieuwe mogelijkheden te creëren.

Net zoals de FibriCheck-applicatie een recordaantal mensen in staat heeft gesteld om hun hartslag te laten controleren, zijn er steeds meer hulpmiddelen waarmee ziekten op afstand kunnen worden opgespoord. De pandemie heeft geleid tot het ontstaan van een groot aantal nieuwe medische technologieën, met name op cardiovasculair gebied. Zo is er een toepassing die gebruikmaakt van een machine learning-algoritme om de bloeddruk te schatten en mogelijke risico’s op een hartaanval, een beroerte of hart- en vaatziekten op te sporen. Er is ook een algoritme op basis van artificiële intelligentie dat elektrocardiogram (ECG)-tracings analyseert om het risico op voorkamerfibrillatie binnen 5 jaar te bepalen.

“De gezondheidscrisis heeft een ongekende digitaliseringsgolf aangewakkerd. Het gevoel van urgentie dat de wereld voelde, zette de mensen aan om voor zichzelf te zorgen en te doen wat nodig is”, aldus Koen Kas, professor Molecular Oncology & Digital Health aan de Universiteit Gent en CEO van Healthskouts. “Maar dat is niet alles, want de wens om gezond te zijn heeft geleid tot de ontwikkeling van nieuwe technologieën die monitoring, tests of follow-up op afstand mogelijk maken. De mogelijkheden zijn nu onbegrensd. Het is dan ook des te belangrijker dat de overheid op de kar springt en de nodige middelen ter beschikking stelt om het gebruik van deze nieuwe technologieën te vergoeden aan mensen die gevaar lopen.”

Dataregistratie en terugbetaling/out of the pocket

Prof. Kas kondigde alvast aan dat Vlaanderen een uniek kluizensysteem opstart. Het is immers een oud zeer dat men zeer veel tijd moet investeren om medische gegevens in een medisch dossier te krijgen. "Sinds een jaar kunnen mijn gewichtgegevens automatisch opgenomen worden in mijn medisch dossier en het ziekenhuis en zelfs leiden tot een alarm in mijn dossier. De geautomatiseerde opname van data die mensen thuis meten zullen dus vlotter in het dossier terechtkomen zodat we ons daar vanuit klinisch perspectief geen zorgen meer om zullen moeten maken. De vendors zullen garanderen dat die belanden in Nexus, CoZo en andere platformen."

Eveneens boeiend vond hij de ontwikkelingen die aan de gang zijn inzake terugbetaling. "In België willen we het aandeel van de patiënt daarin 'out of pocket' zoveel mogelijk beperken, maar we merken nu een nieuwe trend, bijvoorbeeld bij de behandeling van rugpijn via apps. Mensen willen gerust tot 100 euro zelf betalen voor apps als dat helpt voor hun genezing. Ik hoop dat we hier de terugbetaling niet afwachten. Oplossingen moeten  in de markt worden geduwd omdat ze patiênten helpen."

(1) Impact of the COVID-19 pandemic on the epidemiology of out-of-hospital cardiac arrest: a systematic review and meta-analysis, 7 December 2021. URL: s13613-021-00957-8 Covid.pdf

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.