Impact Kwaliteitswet op anesthesie bijschaven

Welke impact heeft de Kwaliteitswet op de uitoefening van de anesthesie? Spoort die met de situatie op het terrein? Juridisch expert gezondheidsrecht, Prof. Dewallens, belichtte de zoektocht naar een wettelijke omkadering die zowel anesthesiologen, urgentisten als intensivisten voldoening schenkt en tegelijk maximale garanties biedt voor de patiënt, op het jaarcongres van de anesthesiologen.

Hij ging samen met dr. Ria De Soir in op de problematiek tijdens een gezamenlijke presentatie, getiteld: “Anesthesie: voor en door anesthesisten.”

De Kwaliteitswet legde vast dat een algemene narcose of diepe sedatie wel kan worden uitgevoerd door een niet-anesthesioloog, maar dan alleen als ook een anesthesioloog aanwezig is in de onmiddellijke nabijheid van de patiënt. Een omwenteling was dat: “Urgentisten en intensivisten realiseerden zich dat ze dus niet altijd nog onvoorwaardelijk een anesthesie mochten uitvoeren. Nochtans worden ze nu en dan geconfronteerd met een patiënt in zorgnood die snel anesthesie nodig heeft op Spoed of Intensieve. Voordien konden deze artsen de patiënt anestheseren zonder de noodzakelijke aanwezigheid van een anesthesioloog.”

Beperkte uitzondering

Dat vergt een verfijning van de wetgeving. Men wil de kritiek op dat deel van de Kwaliteitswet nu pareren door een uitzondering te voorzien, specifiek voor deze artsen. De uitzondering zou wel heel beperkt zijn. “Niet om het even welke urgentiearts c.q. intensivist mag om het even wanneer een patiënt in slaap doen. Dat zou alleen toegestaan zijn in een specifieke uitzonderingssituatie: een zogenaamde ‘kritieke urgentie’ of een ‘kritieke ziektetoestand’ die zich spontaan voordoet en niet ‘georganiseerd’ is”, luidt het voorstel dat nu op tafel ligt. Basisregel blijft dat er voor een anesthesie een anesthesioloog bij de patiënt geroepen wordt die de anesthesie of diepe sedatie indien mogelijk op dat moment uitvoert. Maar is dat door omstandigheden volstrekt onmogelijk, dan kan de betrokken urgentist of intensivist dus zelf die prestatie uitvoeren zonder de wettelijk vereiste aanwezigheid van een anesthesist.”

Denk aan levensgevaarlijke toestanden die ontstaan voor de patiënt door uitstel van onmiddellijke actie (acute situatie buiten het ziekenhuis, orgaanfalen of aantasting van de organen, nakende levensbedreigende achteruitgang van de toestand van de patiënt en dies meer). Dat moeten echt wel uitzonderingssituaties blijven.

Filip Dewallens: “Essentieel is dat urgentieartsen en intensivisten op basis van hun portfolio kunnen aantonen dat ze in staat zijn om de betrokken patiënt te ‘karakteriseren’ in de context van die specifieke noodsituatie die leidt tot de anesthesie of diepe sedatie. Alleen die karakterisatie kan er eventueel toe leiden dat de urgentiearts of intensivist de stap naar de eigenhandige anesthesie zet. Deze artsen moeten dus zelf hun eigen competenties kunnen en willen inschatten. Intuberen van jonge kinderen bijvoorbeeld is niet evident en vereist specifieke bekwaamheden. Mocht blijken dat er dan toch iets misloopt, dan kunnen ze terugvallen op het portfolio om de bekwaamheden te staven.”

Voor de duidelijkheid: voorlopig gaat het enkel om voorstellen die tegemoet moeten komen aan de situatie te velde. “Tot nu toe bestond er in kleinere ziekenhuizen die minder makkelijk een anesthesioloog konden optrommelen, een soort van entente met urgentisten en intensivisten die desnoods konden ‘inspringen’. Nu wil men die mogelijke scenario’s wettelijk omkaderen.”

> Should we stay or should we go? (Gilbert Bejjani)

> "Anesthesiologen pijniljk genegeerd" (Stef Carlier)

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.