Aanpak structurele hartziekten: kamerresolutie

In de Kamer diende Els Van Hoof (CD&V) deze week een voorstel van resolutie in over de aanpak van structurele hartziekten. Vandaag zijn er immers zeer weinig mensen die een dergelijke controle op geregelde basis ondergaan. De resolutie wil de multidisciplinaire aanpak bevorderen en minimaal invasieve technologie steunen, luidt het. Met een sneller herstel tot gevolg.

De resolutie werd al op 6 juni opgesteld. Ze is degelijk onderbouwd en ziet er als volgt uit:

A. gelet op de groeiende problematiek van de structurele hartziekten, waaraan naar schatting tegen 2040 een half miljoen Belgen zullen lijden;

B. verwijzend naar de prevalentie van structurele hartziekten bij de oudere bevolking en het feit dat ongeveer 1 op 3 burgers ouder dan 85 lijdt aan structurele hartziekten;

C. gelet op de grote impact van structurele hartziekten op de levenskwaliteit en levensverwachting van de patiënt, en de grote economische kosten die gepaard gaan met de behandeling van hart- en vaatziekten;

D. gelet op de uitbraak van COVID-19, die heeft aangetoond dat hart- en vaatpatiënten vatbaarder en kwetsbaarder zijn voor virale infecties;

E. gelet op de beperkte kennis en het lage bewustzijn bij de Belgische bevolking over structurele hartziekten;

F. verwijzend naar de Decade of Healthy Ageing van de WHO (2020-2030) en de Integrated care for older people (ICOPE);

G. verwijzend naar belangrijke initiatieven van de federale regering om de zorg van chronisch zieken te verbeteren, onder meer de actualisering van het Gemeenschappelijk Plan voor Chronisch Zieken uit 2015;

H. gelet op het feit dat vandaag geen alomvattende, structurele beleidsaanpak bestaat voor de specifieke problematiek van de structurele hartziekten;

Verzoekt de Kamer de federale regering:

1. binnen de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid, in samenwerking met de regionale entiteiten, werk te maken van een interfederaal plan ter bestrijding van structurele hartziekten;

2. in dit plan de volgende elementen op te nemen:

a) het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) of de Studiecommissie voor de vergrijzing moet een studie uitvoeren over de impact van hart- en vaatziekten, inclusief structurele hartziekten, waarin zowel de last inzake levenskwaliteit, verminderde levensjaren en functieverlies als de financiële kosten in verband met deze ziekten op regionaal en nationaal niveau zowel in als buiten het ziekenhuis worden geëvalueerd; ook de kosten en baten van specifieke technologische innovaties dienen in kaart te worden gebracht;

b) er wordt voorzien in gerichte cursusdagen en overeenkomstige informatiegidsen voor professionals in de gezondheidszorg, om ervoor te zorgen dat de symptomen die gepaard gaan met structurele hartaandoeningen systematisch kunnen worden herkend en dat de behandeling op tijd kan worden ondergaan;

c) ten minste 80% van de bevolkingsgroep boven 65 jaar dient tegen 2030 deel te nemen aan een systematische jaarlijkse screening van structurele hartziekten, wat kan worden gerealiseerd door steun voor de uitvoering van een duurzaam protocol voor de opsporing van structurele hartziekten, dat in werking treedt tegen 2023 en in overleg met huisartsen wordt ontwikkeld, dat door de huisartsen en de Wijkgezondheidscentra kan worden gevolgd om ervoor te zorgen dat de gezondheidscontroles van het hart voor alle mensen ouder dan 65 jaar systematisch worden uitgevoerd; in dit protocol dient men ook maatregelen op te nemen om de opsporing van structurele hartaandoeningen bij andere risicogroepen te verbeteren;

d) er wordt geïnvesteerd in de proactieve detectie en behandeling van patiënten met hart- en vaatziekten, om ervoor te zorgen dat zij autonoom en actief kunnen blijven;

e) er wordt gezorgd voor het vergemakkelijken en financieren van de verdere ontwikkeling en integratie van digitale hulpmiddelen voor de detectie van hartklepaandoeningen in de eerstelijnsgezondheidszorg;

f) een gecoördineerde multidisciplinaire aanpak van hart- en vaatziekten wordt bevorderd door een bijkomende financiering van het globaal medisch dossier en door de oprichting van multidisciplinaire consulten, naar analogie met het Multidisciplinair Oncologisch Consult, op het vlak van organisatie en financiering;

g) een patiëntgerichte aanpak wordt bevorderd, waarbij op basis van de voorkeuren, afhankelijkheid en kwetsbaarheid van de patiënt de beste behandelingsmogelijkheid of ondersteuning wordt bepaald;

h) ter bescherming van chronische patiënten, zoals hart- en vaatpatiënten, worden tijdens volksgezondheidscrises federale richtlijnen ontwikkeld, die focussen op de continuïteit van de zorg en het mogelijk maken van de nodige consulten met zorgprofessionals in een digitale en/of fysieke vorm;

i) kosteneffectieve en innovatieve oplossingen voor de gezondheidszorg worden mogelijk gemaakt, zoals minimaal invasieve technologieën, die het verblijf in het ziekenhuis kunnen verkorten.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.