Genderbevestigende hormoontherapie (GAHT) is een behandeling met mannelijke of vrouwelijke hormonen die over het algemeen levenslang ingenomen wordt. We weten echter dat het geslacht en de geslachtshormonen verschillende effecten hebben op het metabolisme en de cardiovasculaire gezondheid van cisgender personen. Daarnaast weten we dat hormoonsubstitutie bij hypogonadisme gepaard gaat met een relatief hoog vasculair risico, vooral bij oudere mensen. Het tijdschrift Diabetologia heeft een studie gepubliceerd van drie Deense onderzoeksters die gegevens verzamelden over het metabolisme en de cardiovasculaire gezondheid onder GAHT, en die aanbevelingen doen om de markers van dat risico te volgen en te bewaken.
Volgens de beschikbare gegevens is het risico op type 2-diabetes niet hoger in transgendercohortes, maar masculiniserende GAHT verhoogt de vetvrije massa, terwijl feminiserende GAHT gepaard gaat met een toename van de vetmassa en de insulineresistentie. Het cardiovasculaire risico is verhoogd in transgendercohortes, vooral tijdens de inname van feminiserende GAHT. Masculiniserende GAHT gaat gepaard met een ongunstiger lipidenprofiel, een hoger hematocriet en een hogere bloeddruk (BD), terwijl feminiserende GAHT gepaard gaat met pro-coagulerende veranderingen en een daling van de HDL-cholesterol.
De protocols voor het opstarten en bewaken van masculiniserende GAHT volgen de richtlijnen voor testosteronsubstitutie bij cisgender mannen. Bij masculiniserende GAHT wordt de testosteronspiegel in het bloed verhoogd van ongeveer 1nmol/l naar een concentratie die ongeveer 20 keer hoger is. In de meeste gevallen onderdrukt die GAHT de hypofyse-gonadenas, waardoor de menstruatiecyclus stilvalt.
Bij feminiserende GAHT bestaat de eerstelijnsbehandeling uit 17β-oestradiol (E2), dat zowel oraal, transdermaal als IM kan worden toegediend. We herinneren er hier even aan dat oraal toegediend E2 een eerstepassagemetabolisme ondergaat en daarbij omgezet wordt in oestron (E1) en geconjugeerde oestrogenen, met een E1-E2-verhouding van 5 op 1, terwijl die verhouding na transdermale toediening 1 op 1 is. Voor er eventueel een orchidectomie wordt uitgevoerd, wordt E2 vaak gecombineerd met een antiandrogeen om de testosteronspiegel drastisch te verlagen en de gewenste vrouwelijke verandering van het lichaam te verkrijgen.
In Europa wordt het vaakst cyproteronacetaat (CPA) voorgeschreven, terwijl spironolacton vaak gebruikt wordt in de Verenigde Staten, waar CPA niet beschikbaar is. CPA remt de testosteronreceptor en werkt als synthetisch progestageen. Met spironolacton, een niet-selectief mineralocorticosteroïd, als aldosteronantagonist blijft de testosteronspiegel hoger dan met CPA.
Als gevolg van de hoge kostprijs worden analogen van gonadoliberine (GNRH-a) in veel landen alleen gebruikt om de puberteit te onderdrukken bij transgender jongeren. Injecties met GnRH-a remmen de hypothalamus-hypofyseas, maar de aanmaak van androgenen door de bijnieren verandert niet.
Aangezien GAHT over het algemeen levenslang ingenomen worden, kunnen de ongewenste gezondheidseffecten van die behandeling zorgwekkend worden bij oudere mensen die ze innemen. We moeten de positieve en negatieve effecten ervan dus regelmatig met elke patiënt bespreken, en daarbij eventueel ook een preventieve farmacologische behandeling en aanpassingen van de levensstijl in overweging nemen.