Mechanisme dodelijke schimmelinfectie bovenop griep of COVID-19 ontcijferd

Ruim 15% van alle ernstig zieke patiënten met griep of COVID-19 op intensieve zorg, ontwikkelen bijkomend aspergillose, een schimmelinfectie in de longen. Zo hebben ze dubbel zoveel kans op overlijden. Een internationale studie van UZ Leuven en KU Leuven, vandaag in The Lancet Respiratory Medicine, ontdekte dat een meervoudige aantasting van de immuunrespons aan de basis ligt van de hogere vatbaarheid voor schimmelinfecties.

Die inzichten zijn een belangrijke eerste stap om de overlevingskansen van mensen met deze zware longinfecties te verhogen.

Jaarlijks belanden wereldwijd honderdduizenden mensen op intensieve zorg met griep of COVID-19. Ongeveer 15 procent van hen ontwikkelt een bijkomende longinfectie met de veelvoorkomende schimmel Aspergillus (aspergillose). Bij gezonde mensen leidt die schimmel quasi nooit tot ziekte, maar bij kritiek zieke patiënten die al een onderliggende infectie met het griep- of coronavirus hebben, kan aspergillose dodelijk zijn. Bij hen kan de schimmel in het weefsel van de luchtwegen en longen groeien en onherstelbare schade toebrengen. Daardoor wordt hun kans op overlijden dubbel zo groot.

Aantasting van het immuunsysteem
Om te weten waarom een deel van de patiënten met ernstige griep of COVID-19 deze schimmelinfectie ontwikkelt en wat eraan te doen valt, voerden onderzoekers aan UZ Leuven en KU Leuven samen met internationale collega’s een observationele studie uit. De studie legde voor het eerst het mechanisme bloot waarop een infectie met het griep- of coronavirus bij een deel van de patiënten de deur openzet voor een bijkomende schimmelinfectie.

Prof. dr. Joost Wauters (foto (c) UZ Leuven), intensivist in UZ Leuven en hoofdonderzoeker van de studie: “We ontdekten dat het aangeboren immuunsysteem op verschillende vlakken was aangetast bij patiënten met ernstige griep of COVID-19 die deze schimmelinfectie ontwikkelden. Zo hadden ze een afgezwakte werking van de immuuncellen die bij gezonde mensen instaan voor het uitschakelen van schimmelsporen in de longen. Ook de witte bloedcellen die normaal de schimmeldraden moeten opruimen, bleken niet goed te functioneren bij patiënten op intensieve zorg met griep of COVID-19. Verrassend was dat deels gelijkaardige afwijkende immuunprocessen een rol spelen bij COVID-19 en griep.”

“In weefselkleuringen zagen we ook dat het corona- of griepvirus het epitheel van de longen aantast. Dat is het laagje cellen dat de luchtwegen en het longweefsel aflijnt, en dus de eerste barrière vormt tegen infecties. Voor COVID-19 tonen we aan dat specifiek op die plaatsen waar het virus het epitheel aantast, ook de schimmel het weefsel binnendringt”, zegt dr. Simon Feys, internist in opleiding en doctoraatsonderzoeker.

Therapeutisch doelwit
“Met deze informatie kunnen we biomerkers ontwikkelen die helpen voorspellen welke patiënten vatbaarder zijn voor een schimmelinfectie en dus extra goed moeten worden opgevolgd”, zegt Johan Van Weyenbergh, PhD, die de studie mee coördineerde als onderzoeker aan het Rega Instituut (KU Leuven). 

Prof. Wauters: “Onze resultaten wijzen ook de weg voor verder onderzoek naar medicijnen die de aangetaste processen van het immuunsysteem herstellen en zo de schimmelinfectie kunnen onderdrukken.”

Meer over de studie
De studie gebeurde op basis van longstalen van 169 patiënten met griep of COVID-19, al dan niet in combinatie met een Aspergillus-infectie. De meeste stalen waren de afgelopen jaren verzameld via longspoeling, een klassieke diagnosetechniek bij vermoeden van een longinfectie, en bewaard in de Leuvense biobank.

In 2018 rapporteerde dezelfde onderzoeksgroep voor het eerst de gevaarlijke combinatie van aspergillose en griep, wat wereldwijd tot extra waakzaamheid op intensieve diensten leidde. De huidige studie volgde dit verder op en legt nu het mechanisme bloot, wat de deur opent naar de ontwikkeling van biomerkers en aangepaste behandelingen voor patiënten met deze dubbelinfectie. Door de coronapandemie was het interessant om niet alleen stalen van patiënten met griep, maar ook met COVID-19 op te nemen in de studie. 

De studie gebeurde in samenwerking met verschillende onderzoeksgroepen aan de KU Leuven en UZ Leuven, en onderzoekers van ZNA, de Universiteit van Braga (Portugal), de Max Planck Research Unit for Neurogenetics in Frankfurt (Duitsland), CHU Amiens-Picardie (Frankrijk) en de Radboud Universiteit in Nijmegen (Nederland). De studie werd gesponsord door FWO Vlaanderen, het KU/UZ Leuven Coronafonds en H2020 HDM-FUN.

Lees de publicatie in het toonaangevend medisch tijdschrift The Lancet Respiratory Medicine.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.